1. Mijn boek was nog he-le-maal niet af.
Afgelopen november, inmiddels al zo’n vier maanden(!) geleden riep ik heel hard en blij dat mijn boek af was. Ik had de laatste woorden geschreven en er een dikke punt achter gezet. Natuurlijk wist ik wel dat er nog aan geschaafd moest worden. Alinea’s geschrapt, grammaticale fouten eruit, misschien hier en daar iets toevoegen, maar ik vroeg me vooral af wanneer het punt zou komen dat ik er tevreden mee zou zijn. Óf dat punt ooit wel zou komen. (zie ook punt 4 😉)
Ik las net in de bewuste blog hieronder dat ik van plan was om mezelf een korte adempauze te gunnen. Nou, die was heel kort kan ik je inmiddels vertellen. Een keer in -en uit blazen en weer doorgaan! Er was nog steeds / alweer (doorhalen wat niet van toepassing is) een belangrijk onderdeel van het plot dat me niet lekker zat. Ik dook hoofdstuk vijf in en herschreef dat. Vlak daarna voltrok zich vlak voor de kerstdagen een drama dat het crashen van de harde schijf van mijn laptop heet. God zij dank stond mijn manuscript veilig opgeslagen in mijn Dropbox, maar voor de rest was en ben ik nog steeds alles kwijt. Ook dat bewuste herschreven hoofdstuk vijf wat zó goed voelde. Het heeft me achteraf gezien nog een behoorlijke tijd gekost om die ene verandering helemaal door te trekken, maar toen was het eindelijk klaar voor de volgende fase!
2. Proeflezers: doodeng en waardevol tegelijk.
Vooral dat laatste. Natuurlijk is het bloedspannend om het verhaal waar je zoveel tijd in hebt gestoken en wat je aan het hart gaat door anderen te laten lezen met de vraag wat zijn ervan vinden. Je weet dat er feedback komt, dat is nou juist het principe van proeflezers, maar je hoopt vooral dat zij lezen wat jij leest. Dat het overkomt zoals het bedoeld is. Na mijn moeder die het manuscript al vanaf de eerste versies heeft mogen lezen was het mijn nichtje Vera die me mailde met haar bevindingen. Wat was ik daar blij mee! Vooral omdat zij die kleine dingetjes zag die ik over het hoofd had gezien. Een touw in plaats van het touw bijvoorbeeld. Lijkt een onbelangrijk detail, maar als je weet in welke context het geschreven is begrijp je waarom het zoveel verschil maakt 😊 Iedere proeflezer die de tijd en moeite heeft genomen mijn manuscript te lezen ben ik oprecht dankbaar. Vera, Tessy, Sanne, Lianne, Sam en mijn lieve mama; door jullie zorgvuldigheid is het manuscript een boek geworden. Dank jullie wel!
3. D-tjes en T-jes in overvloed.
De hele rechterkolom van ‘track changes’ in Word stond er vol mee. Ik geef het zonder te aarzelen en volmondig toe: ik ben heel slecht met d-tjes en t-jes. Altijd al geweest. Dat ezelsbruggetje met dat schaap en dat schip? Ik snap het wel, maar ik denk er niet bij na als ik achter de laptop zit. Dan klad ik de pagina’s gewoon vol met woorden en vervoegingen die op dat moment het best klinken. (Het kan er trouwens ook mee te maken hebben dat ik al die tijd in een Engelstalig tekstverwerkingsprogramma heb gewerkt die geen boodschap heeft aan d-tjes en t-jes) Anyway.. ook hierin waren mijn proeflezers weer mijn reddende engelen en staat alles nu keurig in de juiste tijd. Sinds kort schrijf ik weer ouderwets in Word dus je zou zeggen dat er vanaf nu niets meer fout kan gaan. (Oh my god.. ik hoop trouwens dat ze in deze blog niet staan… spellingscontrole: aan!) Zo zie je maar; ook met een kleine afwijking kun je best een boek schrijven 😉
4. De dag die je wist dat zou komen is eindelijk hier.
Zoals ik in punt 1 al aangaf; de vraag die me altijd op de achtergrond beziggehouden heeft is of er een moment zou komen dat mijn manuscript écht klaar zou zijn. Nu geloof ik dat je als schrijver eeuwig zou kunnen blijven aanpassen, maar dan komt het nooit in de winkels te liggen. Ik kan inmiddels zeggen dat dat bewuste moment echt komt. Zeker de afgelopen weken waarin ik de laatste puntjes op de i zette, voelde ik dat het goed was. En niet alleen dat; ik ben trots op wat ik geschreven heb. De cirkel is rond, het verhaal is af en ik laat het los. En nu? De eerste versie van hoofdstuk 1 van het vervolg ligt al op de plank, dus ik ben de komende maanden wel weer van de straat!