In mijn laatste update van een maand geleden was ik vooral heel blij dat ik het midden van mijn boek voorbij was en vloog ik door het daaropvolgende hoofdstuk heen. Inmiddels zit ik weer in een langzamer stuk, een met minder echte actie en meer dialoog. Het zijn juist die stukken waar ik ietwat moeite mee heb, omdat ik wil dat alles klopt. Elke zin, ieder gevoel, het moeten de stukjes zijn die de puzzel langzaam maar zeker compleet maakt. Het gebeurd me dan ook meer dan een keer dat ik urenlang vastzit op dezelfde pagina, steeds dezelfde zinnen in mijn hoofd herhalend. Zo ook vorig weekend. Ik had iets bedacht, een moment tussen Lya en Gwen (wat overigens niet in het originele verhaal zat) maar het werkte voor geen meter. Alles wat erna kwam liep niet lekker meer, het voelde geforceerd. Daar heb ik me een hele tijd druk om gemaakt, maar op het moment dat ik het bewuste stuk schrapte en het vanuit een ander perspectief bekeek rolde het verhaal weer verder zoals ik het wilde. Ik weet het, dit klinkt allemaal heel erg vaag als je niet precies weet waar ik het over heb, maar de moraal van het verhaal is dat ik moet onthouden dat ik geen tijd moet verspillen met iets willen schrijven wat niet loopt. Afgaan op mijn gevoel en de streep erdoor, dat wordt mijn motto voor het laatste kwart. Inderdaad, je leest het goed, nog ‘maar’ een procent of 25 en dan is de tweede versie van mijn boek af!
Voordat ik weer een stukje uit het hoofdstuk waarin ik nu bezig ben met jullie deel, wil ik eerst nog even iets kwijt over mijn ‘fantasy cast’ Ik denk en schrijf heel visueel, dus kan het bijna niet anders dan dat mijn karakters in mijn hoofd gespeeld worden door echte acteurs en actrices. Hoe belachelijk en heerlijk tegelijk is het om je eigen cast samen te stellen, mocht je boek ook verfilmd worden!? Ik heb al een klein lijstje en daar heb ik afgelopen zondag een naam bijgeschreven. Het begon allemaal met de animatiefilm Sing, waarin de stem van de gorilla Johnny me meteen opviel (ik hooooouuuud van Britse accenten!) en na een bezoekje aan IMDB bleek dat Johnny’s stem die van Taron is. Acteur Taron Egerton is nog niet heel bekend, maar speelde onder andere in Kingsman: Secret Service waar komend najaar deel 2 van uitkomt. Toen ik zijn foto zag wist ik het meteen: hij is Walter. Walter als in het karakter uit mijn boek. Een mooie jongen met een vlijmscherpe tong die niets lijkt te geven om anderen en alleen zijn eigen hachje wil redden.
Houd dit beeld even vast….. want laat ik dan ook maar meteen afsluiten met een scene waarin Walter en zijn ontvlambare karakter een hoofdrol spelen. Enjoy!
***
Nu is het genoeg. Binnenin me ontvlamt er iets wat ik niet meer kan en wil tegenhouden. Het komt uit mijn tenen.
“Wat is daar grappig aan?” snauw ik hard. Het galmt tussen de vier wanden. Even lijkt Walter verbaasd op te kijken, maar zijn ogen glimmen en de grijns om zijn mond word alleen nog maar breder. Ik vuur de woorden op hem af. “Of geniet je er gewoon van om anderen uit te lachen?”
Dat is precies wat hij doet. Hij leunt achterover en staart me geamuseerd aan. Devan stoot me aan. “Laat hem” fluistert hij. Nee. Mijn longen branden van ingehouden woede.
“Wat zullen je ouders trots op je zijn zeg”
Er gaat een soort schok door zijn lichaam die de lach op zijn gezicht veranderd in een rechte, strakgetrokken lijn.
“Houd je bek” bijt hij tussen zijn op elkaar geklemde kaken door.
Ik heb hem geraakt. Zijn zwakke plek gevonden waarvan ik dacht dat hij hem niet had. Niets leek hem te deren, geen woord, geen blik, niks. Maar nu heb ik hem en ik wil dat hij zich net zo klein voelt als ik. Zonder na te denken richt ik mijn volgende pijl op hem.
“Misschien hadden ze je iets meer straf moeten geven vroeger”
Hij schuifelt.
“dan was je nu niet zo’n egoïstisch, arrogant-…”
Hij schiet van zijn plek af, in een flits vooruit en komt recht op me af. In een hap adem slik ik alles in wat ik nog wilde zeggen.
“He! Kappen man!” Het is dat Devan hem tegenhoud, met zijn handen op Walters voorovergebogen schouders, anders had hij me ongetwijfeld geslagen. Ik lees het in de opgezwollen aderen in zijn voorhoofd en het razende trillen van zijn neusvleugels.
“Jij weet niks van mij” perst hij langs zijn lippen.
Kleine spetters van zijn speeksel raken mijn wang. Jij ook niks van mij. Ik wil het zeggen, roepen, schreeuwen. Het ligt op het puntje van mijn tong, maar ik geef het hem niet. Hij weet niks van mij en dat is hij ook niet waard.
“Oké, genoeg” zegt Devan kalm en hij duwt Walter naar achteren, maar die geeft niet mee. Hij staart me aan. Waarschuwt me met zijn ogen. Secondelang.
“Walter”
Uiteindelijk rukt hij zijn schouder los. “Matennaaier” is zijn laatste belediging voor hij weer achteruit kruipt en op zijn plek gaat zitten. Het voelt alsof we allemaal gezamenlijk onze adem uitblazen na hem minutenlang te hebben ingehouden. Wat overblijft is een oorverdovende stilte.
***