Writing prompts dus. Ik zie ze regelmatig voorbij komen op Pinterest, maar stom genoeg was ik altijd bang dat het schrijven van zo’n kort verhaal me af zou leiden van mijn boek. Maar afgelopen vrijdag ben ik er toch zo maar voor gaan zitten. Ik koos er een waarbij er meteen een idee in me opkwam, begon te typen en een paar uur later stonden de ruim 750 woorden op het digitale papier. Ik hoop dat jullie het leuk vinden om te lezen!

She stood on the end of the pier, took a deep breath, and jumped into the freezing ocean. She was going to get answers, no matter what it took.
Zodra haar voeten de golven raakte en haar lijf onder het donkere oppervlakte verdween veranderde het. Zonder sprookjesachtige bliksemschichten of magische glinsteringen. Net als de eerste keer deed het geen pijn. Alleen een zacht prikkelende sensatie, zo een die je voelt als een van je ledematen heeft geslapen en er langzaam weer bloed doorheen stroomt. Hoe gek ook, ze was opgelucht. Voor hetzelfde geldt was het eenmalig geweest en was ze nu als een baksteen naar de bodem gezonken of hoestend en proestend weer boven gekomen. Zoals die keer dat ze zich had laten overhalen een cursus duiken te volgen tijdens een familievakantie op Aruba. Het was meer een poging tot onder water blijven met zo’n lelijk masker op en een plastic mondstuk tussen haar tanden geklemd waardoor ze maximaal twee keer adem kon halen. Terwijl haar vader en broer Nemo al lang en breed hadden gevonden kwam zij niet verder dan een zeemeeuw die verderop op de golven dreef.
Maar dit leek nergens op duiken. De zee omhulde haar als een gigantisch donkerblauwe luchtbel waarin ze vrij kon ademen, zo diep in en uit als ze wilde. Ondertussen zweefde ze gewichtsloos langs scholen zilverkleurige visjes die met honderden tegelijk leken te dansen op de melodie van de stroming. De vragen in haar hoofd ebden even weg. Onder haar wuifden tientallen anemonen op heuvels van felgekleurd koraal, alsof ze haar welkom wilden heten in hun wereld. Los van het feit dat ze geen idee of ze wel de goede kant op zwom kostte het haar geen enkele moeite vooruit te komen, sterker nog, ze hoefde er niet eens bij na te denken. De glanzende vissenstaart zwierde sierlijk achter haar van links naar rechts en duwde haar voort terwijl haar armen mee bewogen in het ritme.
Plotseling werd ze door een onzichtbare kracht opzij gesmeten. Eerst dacht ze dat het een golf was die haar meetrok zonder dat ze er iets aan kon doen, maar toen de wolk van woeste luchtbelletjes om haar heen verdwenen was keek ze recht in Marins grijzende gezicht.
“Ik heb gewonnen” zei hij triomfantelijk, waarna hij een snel een rondje om haar heen zwom. Hij was precies als in haar dagdroom, alleen onder water waren al zijn kenmerken nog scherper. Zijn twinkelende ogen waren niet blauw, maar aquamarijn. Zijn halflange haren waren niet blond, maar goud. Zijn naakte bovenlichaam was niet breed, maar leek uit marmer gebeiteld. Hij bevestigde alle vooroordelen die je over een zeemeerman zou kunnen hebben.
“Kenn en ik hadden gewed hoe lang het zou duren voor je hierheen kwam” legde Marin uit. “Hij zei minimaal tien dagen, ik zei binnen een week”
“Je hebt hier een spelletje van gemaakt?” vroeg ze geïrriteerd, “van mijn leven?”
“Ik heb je gewaarschuwd voordat ik je kuste” zei hij, “meerdere keren zelfs”
Ik herinner me ze allemaal. Elke keer dat hij zijn zoute lippen op de mijne drukte vergat ik wat hij zei.
“Zonder erbij te vermelden dat ik in een zeemeermin zou veranderen”
Marin boog even verontschuldigend zijn hoofd. “Dat kon ik niet zeggen” zei hij. “Wetten van Neptunes enzo” Zijn blik gleed bewonderend langs haar staart omhoog naar haar gezicht. “Maar nu ik je zie heb ik nergens spijt van”
Ze bloosde, als zeemeerminnen dat tenminste konden. Ondanks alles kon ze hem niets kwalijk nemen. Niet omdat hij aan regels die zij niet kende gebonden was, maar omdat ze – als ze de tijd terug kon draaien – precies hetzelfde zou doen als zes dagen eerder. Ja, ze wilde nog steeds de antwoorden waar ze recht op had, maar er was nog een reden waarom ze hier naartoe gekomen was.
“Dus…,” vroeg hij. “Ga je mee?”
Ze knipperde met haar ogen en keek om zich heen. “Waarheen?”
“Naar huis” antwoordde Marin, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. “Ik wil je graag aan mijn familie voorstellen” voegde hij er zacht aan toe.
Een nerveuze lach met kleine belletjes ontsnapte uit haar mond. Een week geleden geloofde ze niet eens in zeemeerminnen en nu zat er een hele familie op haar te wachten.
“Yara” Marin zwom dichterbij. Zo dichtbij dat het koude water om haar armen ineens warm leek te worden. Vliegensvlug, maar met uiterste precisie kuste hij het puntje van haar neus.
“Wie er als eerste is”
Voor ze kon beslissen bewoog haar staart al en vloog ze achter hem aan, haar armen recht voor zich uitgestoken als een superheld. Van alle vragen die Yara had kon ze er een met zekerheid beantwoorden. Dit spelletje zou zij winnen.